Als ambtenaar, bestuurder en volksvertegenwoordiger neem je een bijzondere positie in de samenleving in. Je werkt immers mét de gemeenschap en vóór de gemeenschap. De overheidsorganisatie waar je voor werkt draagt daarmee een maatschappelijke verantwoordelijkheid waarop burgers, bedrijven en instellingen moeten kunnen vertrouwen.
Het is aan het bestuur, de politiek en de ambtelijke organisatie om dat vertrouwen te winnen en te behouden en de gewenste doelstellingen te bereiken. Hoewel je daar misschien niet dagelijks heel bewust mee bezig bent stelt het wel speciale eisen aan onder andere de kwaliteit van de overheidsorganisatie en aan het gedrag van volksvertegenwoordigers, bestuurders en van de medewerkers. Het is goed om daar zo nu en dan eens extra aandacht voor te hebben. Want integriteit kan het vertrouwen in de overheid maken of breken.
Iedere volksvertegenwoordiger, bestuurder en ambtenaar legt daarom in verband met het aanvaarden van hun publieke taak de eed of belofte af. Dit is een formeel moment waarop de bijzondere positie van je publieke taak wordt onderstreept. Je verklaart in feite in alle openheid dat je betrouwbaar zult zijn. De eed wordt bekrachtigd met de woorden “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig” en de belofte wordt bekrachtigd met de woorden “Dat verklaar en beloof ik”.
Ook ingehuurd personeel kan worden gevraagd een integriteitsverklaring te tekenen. Hoewel zij geen ambtenaar zijn is het wel belangrijk dat ook ingehuurde werknemers kennis nemen van de ambtenaren geldende gedragscode en dat zij daarnaar handelen.
Dat iedereen met een publieke taak de eed of belofte aflegt wil nadrukkelijk niet zeggen dat de indruk bestaat dat zij niet integer zijn. Het wil juist zeggen dat integriteit hoog in het vaandel staat. En door bewust over integriteitsdilemma’s van gedachten te wisselen wordt je weerbaarheid bij voorkomende dilemma’s vergroot.
Wettelijk kader afleggen eed en belofte | |
ambtenaren | artikel 5 Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017 |
bestuurders | artikel 34 Waterschapswet artikelen 41a en 65 Gemeentewet artikelen 40a en 64 Provinciewet |
volksvertegenwoordigers | artikel 14 Gemeentewet artikel 14 Provinciewet |